weer even thuis

Standplaats Tralee, het klinkt haast als een plaats uit een kinderliedje. Dat is het niet, maar wel is het een prima plek om te parkeren tijdens de storm die de Ierse media bezig houdt.
Zoals in Nederland wordt ook hier met codes en kleuren gewerkt en als we het nieuws mogen geloven komt er een forse herfststorm aan.
Daar merken we de eerste dag nog niks van, het is prima weer , en dus maken we een rit over de ring van Kerry.
Deze dien je tegen de klok in te rijden volgens alle brochures. Dit vanwege de enorme grote tourbussen die dit rondje maken en de logistieke uitdaging die het dan vervolgens creëert om elkaar te passeren op de smalle weggetjes.
Dat doen we dus niet want vanaf ons startpunt is dat onlogisch en bovendien is er een wegafsluiting. En, het is naseizoen dus is het aantal bussen duidelijk minder.
De tactiek levert een rustige route op zonder problemen, de enkele bus die we tegenkomen is eenvoudig te passeren.
Lastiger is het om foto's te maken, achter elke bocht lijkt het nog mooier te worden en elke keer als ik denk dat ik nu wel het ultieme plaatje heb doet het landschap er nog een schepje bovenop.
We bezoeken nog een stonecirkel met een in ietwat hogere sferen verkerende toeriste die mij inschat als een zielsgenoot omdat ik de stenen aanraak. Ik doe dat omdat, nou ja, gewoon eigenlijk, ik vind het leuk om zo'n oude steen aan te raken en dat mag hier ook gewoon. Zij ziet dat als een poging van mij om in contact te komen met de kracht die door de rituelen in lang vervlogen tijden hier opgeroepen is en nog op een lage frequentie nagalmt in de stenen. Ofzoiets.
Het levert me in elk geval een onverdiende goedkeurende blik van herkenning en samenzwering op.
Terug in Tralee besluiten we nog een dag langer te blijven en inderdaad, het stormt, maar we merken er weinig van gelukkig op de goed beschutte camping.
En dan is het tijd om terug te rijden richting Nederland.
We parkeren buiten Dublin waar we kennis maken met een ietwat bijzondere camping eigenaar die zijn camping ( alleen voor 18 plus, no kids allowed ) met een hek hermetisch afsluit, zowel voor inkomend verkeer als uitgaand. Wil je de camping verlaten dan moet je hem opbellen en vragen of ie alsjeblieft het hek wil opendoen. Het voelt een beetje als een gevangenis wel, deze methode, maar voor een dagje of 2 is het ok.
De buurman op deze camping is Jim, een gepensioneerde bouwvakker die in zijn camper woont. Zijn vriendin werkt in Toronto en dat geeft stof voor een gesprek tussen Malcolm en hem.
Bij een drankje in zijn camper die avond gaat het vooral over auto's ( hij heeft een groene Bentley staan naast zijn camper ) en vriendschappen en familie. Dan komen er foto's op tafel. Kijk, zegt hij, dit is een nichtje van me.
En dit is haar trouwerij. De oude fotos zijn genomen door de moeder van het nichtje.
Ze trouwde met Bill Wyman hier.
Pardon?
En inderdaad, op de foto staat een jonge vrouw in een bruidsjurk en een jonge Bill Wyman.
Ook een jonge Mick Jagger en nog een paar artiesten zien we op de foto feestend staan.
Het nichtje blijkt Mandy Smith te zijn vinden we later uit, het veel te jonge grietje waar Wyman mee rondhing in die tijd en trouwde toen ze 18 werd.
Niet echt wat je verwacht te zien op een random camping in een camper van een ouwe Ier.
En dan is het tijd voor de terugtocht. Via de haven van Dublin naar Cherbourg, via een appelcider stokerij met 12 kampeerplekken ( waar je strategisch je stoel moet plaatsen buiten want het risico op een Isaac Newtonnetje is groot.) en dan naar huis.
Het is fijn om thuis te zijn maar oh wat is het wennen in dat enorme huis. En wat mis ik het buitenleven! Gelukkig is het nog goed weer dus kunnen we nog veel buiten doen.
Maar eerst nu verjaardagen vieren, alle achterstallige klussen uitvoeren en dan gaan we daarna wel weer eens bekijken wat we nog gaan doen de komende tijd.