oerrrrrrr bos

Toerisme in Polen.
De resultaten van zo'n zoekopdracht komen vooral neer op stedentrips, kasteel Malbork, de concentratiekampen en een aantal natuurgebieden.
Na een paar dagen in Gdańsk hebben we wel weer even genoeg stad en gebouwen gezien en besluiten we de gok te wagen om naar de oostgrens te rijden in de hoop een stukje oerbos te kunnen zien.
Op de grens van Polen en Wit Rusland ligt het Bialowieza woud, een bos van zo'n 8000 jaar oud, onaangetast door mensen nog. Het heeft een oppervlakte van 600 vierkante kilometer waarvan het grootste deel in WIt Rusland ligt.
Het meest toegankelijke deel ligt sowieso in Polen en dat geldt nu dubbel en dwars. Poetin en Loekasjenko zijn beste maatjes en Polen vertrouwt ze voor geen meter. Niet alleen Polen trouwens, het grootste deel van de wereld denkt er, terecht, zo over. De grenzen worden streng bewaakt en dat merken we ook wanneer we steeds dichter bij komen.
Nergens in Polen zagen we zoveel militaire voertuigen als in dit grensgebied. We worden tot 2 maal toe gestopt bij een controle waarbij paspoortcontrole plaatsvindt. Erg spannend is dat niet want het ligt er duimendik bovenop dat wij niet bepaald hun doelgroep zijn en de controles zijn dan ook meer een formaliteit dan wat anders.
Het oosten van Polen is weer wezenlijk anders dan wat we eerder zagen. De wegen zijn nog ingesteld op trabantbrede auto's, her en der zien we de uivormige toppen van oosters orthodoxe kerken , de religie die vooral in het oostelijk deel van dit land nog veel volgers schijnt te hebben en langs de wegen zijn soms eindeloze begraafplaatsen te vinden waar de stenen dicht op elkaar gepakt staan zonder heggen of muurtjes er om heen en volgepakt met gebedslampjes, foto's van de overledenen op de stenen en kleurige bloemen.
Op zondag is het op deze plekken een komen en gaan van nabestaanden die een kaarsje komen aansteken en de doden zijn letterlijk nog midden in de samenleving hier door de manier waarop de begraafplaatsen zijn ingericht.
Het heeft iets warms wel, leven en dood gaan hier nog op een natuurlijke manier samen lijkt het.
We belanden op de enige camping in dit gebied, gerund door een oude man die blij is dat er iemand komt om even een praatje mee te maken. ZIjn vrouw ligt in het ziekenhuis en toeristen zijn wat huiverig om hier te komen lijkt het.
We delen de camping met een Duitse en een Poolse camper die de volgende ochtend al vroeg vertrekken.
Helaas is het ondertussen flink warm geworden, rond de 30 graden, en de luchtvochtigheid is gigantisch. Elke beweging levert een waterval van zweetdruppels op. We besluiten wat rond te rijden in het gebied en komen bij een toeristisch centrumpje aan de rand van het bos waar vooral bison knuffels worden verkocht. Bisons leven in dit gebied nog in het wild en zijn dus de honing waarmee elke handelaar hier probeert toeristen te verlokken tot een aankoop.
Op de parkeerplaats spotten we een werkeloos toeristentreintje en worden we zelf gespot door een Pool die vroeger in Nederland heeft gewerkt en een gezellig praatje zoekt.
In het Duits.
Zijn bijrijders en Malcolm vallen een beetje buiten het gesprek omdat zij de taal niet voldoende beheersen voor een gesprek maar hij vindt het geweldig om even te kunnen vertellen over zijn tijd in Nederland en ik vind het interessant om te horen hoe hij het leven hier ervaart zo kort bij de grens. Hij is er laconiek onder. Ach, Poetin komt vanzelf aan zijn eind, het zal allemaal wel goed komen, we maken ons er niet zo druk om.
Gek hoe de boodschappen van de regering ( die juist publiceerde dat ze zich zorgen maken over hun grens ) zo anders worden weergegeven door de lokale bevolking die gewoon doorgaat met wat ze al deden en geen reden zien tot zorgen. Het is wat dat betreft overal hetzelfde, de waarheid van de ene partij is niet de waarheid van de andere, elkaar vinden in het midden is het lastigst vaak en het is maar net wie er de meeste invloed heeft.
In de hitte zien we het niet zitten om 4 uur lang met een gids op pad te gaan, iets wat wél wordt aangeraden om überhaupt te begrijpen wat je ziet. We rijden dus zelf maar wat rond, doen wat boodschappen en gaan uit eten in een restaurant een eind verderop met uitzicht op een flatgebouw uit de Sovjet periode.