Aanvullingen, opmerkingen? Stuur ze maar

Italië

30-11-2023

Igoumenitsa

Igoumenitsa is een drukke plaats. De veerboot naar Korfu meert hier aan, evenals de boten naar Brindisi, Bari en Ancona in Italië.

Het verkeer is hectisch en chaotisch maar de camping ligt net buiten het stadje op een uitstekend stukje land in zee, weg van de hectiek, de overdadige lichtjes en heen en weer schietende autootjes.
En, heeft een goede douche!
We parkeren onder de bomen en binnen enkele tellen hebben de plaatselijke huisdieren ons ook gevonden. Bedelen om aandacht zoals op elke plek waar we stoppen.
De boot vertrekt pas om 1 uur in de nacht morgen dus is er lekker wat tijd om de rug van Malcolm wat rust te geven.

Ik besluit om wat boodschappen te doen en rijd het stadje in. Het is een leuk stadje met veel kleine winkeltjes, prima om lokale producten te kopen. Ik val wel wat uit de toon in mijn nazomer kloffie. Het is gewoon een graad of 18, heerlijk dus, en ik loop zonder jas maar de meeste Grieken zijn in winterjas op stap.

Als de avond van vertrek aanbreekt rijden we bijtijds naar de ferry.
De bewegwijzering is afwezig maar we passeren een terminalgebouw en even later draaien we de zone in waar je moet inchecken met de auto. Denken we. We worden echter rechstomkeer gestuurd. Onze digitale kaartjes moeten omgewisseld worden voor papieren kaartjes en één van ons moet volgens de beveiliger straks achterblijven in het terminal gebouw terwijl alleen de bestuurder door de security gaat. Hoe we dat ons precies moeten voorstellen is niet duidelijk.

En dus wringen we ons nogmaals door het chaotische Igoumenitsa op zoek naar de papieren versie van hetzelfde document dat we al hadden.
Eenmaal aangekomen verloopt de check in daar vlot, we krijgen de sleutel ( lees kaartje ) voor de  cabine voor de nacht en ik word door de dame aan de balie naar links gestuurd. Malcolm vertrekt in zijn eentje naar de rechterkant, terug richting de auto. 

Wat de logica hiervan is ontgaat ons volledig. En niet alleen ons. Na de controle van mijn kaartje sta ik aan de andere kant van het gebouw met nog wat achtergelaten echtgenotes. Een Iraanse vrouw staat met een aantal tassen die ze in haar handen heeft gekregen van haar man er ietwat verloren bij en vraagt of ik weet waar haar man vandaan moet komen.
Nou, dat weet ik wel, dankzij de eerdere escapade en dus probeer ik haar gerust te stellen. Maar echt zeker is ze niet van haar zaak. Ik kan me zo voorstellen dat wanneer je net een fikse ruzie hebt gehad over welke afslag je moest nemen sommige partners misschien toch wel even spelen met de gedachte om gewoon door te rijden.

De ene na de andere vrachtwagen rijdt voorbij en eerlijk gezegd voel ik me daar met die andere vrouwen in een verlichte pick up zone in een haven nogal in de kijker staan. De associaties zijn niet moeilijk te maken.

En dan zie ik een bekende combi aan komen en kan ik instappen. We moeten naar "nummer 16". Niet zo moeilijk, als ze nummers zouden hebben die zichtbaar zijn. Ook hier staat alles weer door elkaar geparkeerd en uiteindelijk komen we met wat hulp van een paar internationale chauffeurs en een Franse toerist op de plek waar we horen.

Tegen 1 uur hebben we de cabine bereikt waar we slapen vannacht en is het aan de kapitein om de juiste route te kiezen. Lekker om zelf even niet te hoeven plannen.

Om 9 uur staat de aankomst gepland dus hebben we de wekker op 8 uur gezet. Maar om zeven uur worden we uit bed getoeterd door het omroepsysteem, of alle passagiers de cabines willen verlaten binnen een half uur omdat we gaan voorbereiden op de aankomst. We verzamelen met een handvol andere passagiers in de eetruimte, want dat is de regel die geldt hier. Waarom we zo vroeg daar moeten zitten is onduidelijk, de boot is nog mijlenver weg van Brindisi. Misschien is het idee dat er op deze manier nog wat cash uit klanten kan worden getrokken in de ontbijt ruimte. Weinig mensen lijken daar zin in te hebben, de meesten zitten wat duf voor zich uit te staren. 
Na ruim een uur zitten komen we dan uiteindelijk in de buurt van de haven en kunnen we ons klaarmaken voor vertrek. Routeplanner aan, nog een keer checken wat de regels voor dit land zijn in het verkeer en dan rollen we de boot af en Italië in.

Rolling stones in Maratea

Niet de band, wel echte stenen.
We hebben een plekje gevonden op een verlaten strandje onderaan een rotswand met een vervallen kasteeltje er op. De geplande camping is dicht maar dit strandje in Maratea is een miniparadijsje. De enige mensen hier zijn wij en wat bezoekers die hun hond uitlaten. De temperatuur is tot een uur of half 8 nog best aangenaam en dus zetten we onze illegale tafel en stoelen op, openen een fles wijn, kaas olijven en dadels op tafel, genieten we van een spectaculaire zonsondergang met citronellakaars aroma en maken plannen voor de rest van de reis.

Precies een jaar geleden is een deel van de rotswand naar beneden gekomen bij een aardbeving en er liggen nog een paar enorme keien in de zee onderaan de rots. De rotswand is lichtgekleurd vergeleken met de rest van de klif, een jaar blootstelling aan de elementen is niks voor deze formatie. Het restaurant dat hier tot vorig jaar goede zaken deed ligt er verlaten bij achter werkplaatshekken. De aanloop is enorm teruggelopen want de toegangsweg is nu, een jaar later, nog altijd niet hersteld en het restaurant is tot nader order gesloten. De lokale bevolking is al een jaar aan het soebatten om de weg weer open te krijgen maar het schiet nog niet erg op zo te zien,
Voor ons gunstig want niemand die hier last van ons heeft. Wildkamperen is eigenlijk niet toegestaan maar in de winter knijpen de autoriteiten meestal een oogje dicht. De stilte, de golven die op het strand rollen, wat vogeltjes her en der , hier zou ik wel langer kunnen blijven. Maar ja, geen douche he. Dus we trekken verder, op weg naar mijn bucketlist wens, Pompeï.