Gdańsk keer twee
Na een kop koffie en een relaxed ontbijt in het nog wat natte gras stappen we in de auto om op pad te gaan naar Gdańsk. We kiezen voor de auto omdat we hopen onderweg een wasserette te vinden, het wordt toch wel tijd weer voor wat frisse kleding al zijn we nog niet in de fase dat we alle kledingstukken achterstevoren en binnenstebuiten moeten gaan dragen. Evengoed wil ik dit ook erg graag voorkomen, dus, wordt het de auto.
Totdat we de camping afrijden en de weg zien waar we over moeten...
Een langzaam voorbijtrekkende kudde aan blik op wielen , wegwerkzaamheden, omleidingen.....
Rechtsomkeert dus, dan maar geen was en gewoon lekker op de fiets.
Het plan is om het oorlogsmuseum te gaan bezoeken , een aanrader volgens veel tripadvisor reviews.
Het is een kilometer of 16 verderop maar of ons dat gaat lukken in een onbekend land met een google routeplanner is de vraag.
Maar, voor alles is een oplossing te bedenken. Ik pak mijn telefoon in een ziplock, ductape het hele zwikkie aan mijn fiets en voila, een routeplanner on the go.
Al snel leren we dat google niet je beste vriend is als je niet in een auto rijdt. Gisteren stuurde de routeplanner van Waze ons al op een omweg, vandaag presteert Google het om ons een route te willen laten fietsen die letterlijk leidt naar de weg die naast onze weg loopt maar waar we volgens Google alleen kunnen komen door ruim 800 meter om te fietsen. Even over het pad door het gras naar de tweede weg is onmogelijk.
We zijn eigenwijs en doen het ( natuurlijk ) toch gewoon op onze manier.
FIetsen in Polen ( of in elk geval in dit gebied ) is bijzonder. Er zijn her en der fietspaden maar veel van de route fiets je gewoon over de stoep tussen de voetgangers door. Auto's zijn bij wet verplicht te stoppen voor elke fietser. Dat leren we pas later overigens van onze gids , op dit moment zijn we nog volledig in de veronderstelling dat Polen de meest vriendelijke mensen ter wereld zijn voor fietsers. Het kan ook nog zijn dat de Poolse bevolking ons identificeert als weer zo'n maf toeristenstel dat zo nodig zijn leven wil wagen op een fiets in een onbekend land en dus het zekere voor het onzekere neemt. Hoe dan ook, het maakt fietsen hier wel een stuk gemakkelijker.
Ook de weg zelf is de moeite waard. Slingerend tussen duinzand aan de linkerkant en naaldbos aan de rechterkant passeren we diverse overgangen naar stralend witte zandstranden, imposante hotels uit een verleden vol praal, terrassen, springkussens, campings en marktkraampjes waar lokale handelaren amber verkopen. Amber is hier in overvloed te vinden, met name in de winter en het vroege voorjaar na stormen waarbij onderzeese afzettingen van amber afbreken en aanspoelen. Amber drijft en is dus makkelijk vindbaar omdat het eenvoudig aanspoelt en achterblijft in het zand.
Na een poosje geeft de routeplanner aan dat we moeten afslaan en belanden we in de stad Gdańsk zelf. Alsof je van het bosgebied in Haamstede in Rotterdam belandt qua drukte. Wegen overal, verkeer overal, geen enkel straatbord wat we kunnen lezen en geen flauw idee hoe we ons qua fietser moeten gedragen in deze stad nog.
Het is een zegen dat Malcolm in zijn Vancouver tijd zoveel fietste naar zijn werk en dus zijn hand niet omdraait voor het drukke verkeer. Ik volg in zijn voetspoor en kopieer zoveel mogelijk wat hij doet, dankbaar dat ik de beslissingen niet hoef te nemen. Mijn taak is het uitvogelen wat Google ons probeert te vertellen, ook een hele uitdaging.
We zien veel van Gdańsk doordat we een ietwat ineffieciënte route kiezen, de sporen van het communisme zijn nog overal zichtbaar in de vorm van de vele grote flatgebouwen met grote nummers en letters op de buitenkant en in de vorm van de lange lappen volkstuintjes die in de communistische tijd werden toegewezen aan de families die hun boerenland moesten verlaten om voor het regime in de stad te gaan werken. Als een soort compensatie kregen ze dan een lapje grond waar ze wat tomaten, aardappelen en kool op konden verbouwen.
Na de val van het communisme zijn deze geprivatiseerd en vooral tijdens de covid periode zijn ze weer veel gebruikt omdat de mensen daar er even üit" konden op hun eigen stukje grond. Een soort minivakantie bestemming als de rest in lockdown is.
Na een lunchstop in het centrum waar we diverse pierogies uitproberen ( een soort deeg gerecht waarbij een vulling van vlees/vis/groenten of wat je maar wilt ingevouwen in deeg in de oven gebakken of in water gekookt wordt.) komen we bij het oorlogsmuseum aan.
Het museum valt ondanks alle lovende kritieken wat tegen. Dat ligt niet aan de collectie. De hoeveelheid voorwerpen hier is indrukwekkend. Wapens, een torpedo, een clusterbom, persoonsbewijzen, propaganda materialen, gruwelijke videobeelden ( serieus, ik zou me even achter mijn oren krabben voor ik jonge kinderen mee zou nemen hier naar toe maar ieder zijn keuze...) , gesmolten porselein uit Hiroshima, een zijden bruidsjurk, gedragen door een Amerikaanse , gemaakt van de parachute waarmee haar geliefde uit een vliegtuig sprong waarna hij de parachute meenam om hem later te laten vermaken voor hun trouwceremonie...
De voorwerpen zijn eindeloos en er is een overdaad aan informatie.
Het probleem zit hem echter in het gebouw zelf en de opzet van het hele verhaal. Het gebouw ligt als een soort ondergrondse bunker midden in de stad, alleen de punt steekt uit boven de straat. Om bij de collecties te komen moet je eerst een lange trap af naar de ingang en dan nog drie verdiepingen lager waar een donkere lange gang je langs genummerde ruimtes voert die elk voor zich soms ook weer allerlei omloopjes hebben. Het is er benauwd en ik moet zeggen dat dat dan wel weer echt flink indruk maakt. De uitzichtloosheid van deze donkere periode in de geschiedenis waarin je nauwelijks kunt ademen door de zware deken van ellende, waarvan je weet hoeveel mensen er op een gruwelijke manier aan hun einde gekomen zijn, weerspiegelt zich naadloos in de fysieke ervaring van dit bezoek.
Daarnaast is het gewoon veel te veel om te kunnen verwerken in 1 bezoek.
Een dag later zullen we van onze gids horen dat hij jarenlang hier gewerkt heeft, en dat ook hij vindt dat het museum zijn doel voorbijschiet en eigenlijk alleen op waarde te schatten is als je een gids hebt die alles in logische volgorde kan duiden.
Na het bezoek stappen we weer op de fiets om als een modern klein duimpje de google fietsroute te vinden die mijn duct tape constructie voorstelt. Natuurlijk gaat dit faliekant mis en belanden we in een containerhaven. Op zich ook wel interessant om te zien maar het blijkt dat het pontje niet meer vaart na onze aankomst. En dus schepen we met fiets en al in bij een toeristenboot op weg naar het centrum van Gdansk want het wordt anders wel een heel lange tocht.
Terug bij af rollen we de fietsen de boot af en besluiten de minder pittoreske route te volgen die meer kans biedt op een succesvolle aankomst op onze camping vandaag. Blij met de elektrische trapondersteuning ploffen we na een dag van zeker een kilometer of 60 op onze campingstoelen neer.
Morgen op tijd op want, om 10 uur hebben we een afspraak met een volgens tripadvisor geweldig goede gids om Gdansk te gaan verkennen..... per fiets....

